een zoektocht naar vernieuwing
Bewustzijn, Spiritualiteit en Vrijmetselarij
door Prasadam
In deze beschouwing wil ik een aantal gedachten aan u voorleggen die mij sinds enige tijd bezig houden. Zij gaan de vrijmetselarij aan. Niet alleen de wijze waarop ik de vrijmetselarij beleef, maar ook de wijze waarop de vrijmetselarij zich, in mijn optiek, efficiënter als instrument zou kunnen –en moeten– opstellen om te voldoen aan haar opdracht. Die opdracht wil ik verwoorden als: haar leden te stimuleren ‘beter mens’ te worden. De nadruk valt hierbij op het woord stimuleren. Dat is de taak van de vrijmetselarij.
Traditioneel kennen wij de vrijmetselarij middels haar vormen van ritueel, symboliek en allegorische voorstelling. Zij hanteert die vormen als methoden om de zoekende mens op weg te helpen. Inhoudelijk zijn deze methoden vertalingen van de inzichten uit de kennisgebieden van onze voorvaderen, inzichten die ons, vrijmetselaren, in de vorm van rituelen en symboliek vanuit het verleden werden aangeboden.
En daarom zitten wij hier. Omdat wij vertrouwen hebben dat de vrijmetselarij ons metterdaad kan helpen om beter mens te worden.
BEWUSTZIJN EN SPIRITUALITEIT
Wij zijn vrijmetselaar geworden omdat wij –en ik geloof hier heilig in– uit innerlijke drang deze weg hebben gekozen.
Want wij zijn op zoek. Uit innerlijke drang zijn wij op zoek. Maar wat wil die innerlijke drang bereiken? Wat zoeken wij nu eigenlijk? Wat houdt dat beter mens worden eigenlijk in? Is het kennis over de O.B.d.H.? Is het rijkdom? Is het een niveau van sociale moraliteit? Of is het misschien het eeuwige leven?
Zeker is, dat voelen we allemaal, dat we een ‘zoekende mens’ zijn. Wij zoeken naar een oplossing voor een gevecht in en met onszelf. Eigenlijk komt het er op neer dat de mens niet tevreden is. Hij is niet tevreden, en is vergeten waarom. Daaruit is een verlangen ontstaan. Dit verlangen is onbewust en uit zich in een zoektocht naar substituut bevredigingen.
Aan de basis van de onvrede ligt echter een heel ander probleem. De mens voelt zich niet in harmonie met de grond waaruit zijn existeren is voortgesproten. De mens is op zoek naar zijn Oorspronkelijke Natuur. Zijn oorspronkelijk Gezicht, zoals dat in in aantal tradities zo mooi is omschreven. Want natuurlijk voel je je geen waarachtig mens als je maar gedeeltelijk functioneert en een groot deel van jezelf ontkent. Er is een dwingende noodzaak in de mens om de werkelijkheid te beleven. De mens is op zoek, altijd maar op zoek om er achter te komen wat zijn werkelijkheid, die waarheid inhoudt. Die werkelijkheid nu, zeggen de traditie, is je Zélf, met andere woorden je Oorspronkelijke Natuur. Vandaar dat er boven Plato’s instituut de spreuk “Ken U Zelf” was uitgebeiteld. “Alleen door zelfkennis wordt de mens tot waarachtig mens,” zegt Teillhard de Chardin. “Geen beter mens dan de waarachtige mens,” wil ik daar aan toevoegen.
Maar wat houdt dát dan weer in, dat Ken U Zelf? Wat is dan die Oorspronkelijke Natuur?
Wel, zeggen de tradities, alle tradities, de Oorspronkelijke Natuur is de ervaring van volledige eenheid met al wat is. Geen afgescheiden gevoel meer. Niet Ik als Subject, en het Andere als Object. Een dramatische verschuiving in paradigma, dat is wat de mens wil. De mens wil Eenheid, Heelheid.
Heelheid als de oorspronkelijke natuur van de mens. Is hij die eenheid dan kwijt geraakt? Nee helemaal niet, die KUN je niet eens kwijtraken, maar door invloeden van binnen en buiten, naast allerlei mechanismen, zijn wij ons niet bewust van die heelheid, van die éénheid. Ik zeg met opzet niet dat wij ons niet meer bewust zouden zijn, nee, wij zijn ons nooit bewust geweest van onze Oorspronkelijke Natuur. Daarover zometeen meer.
Welnu, de menselijke natuur is vanuit haar meest primaire basis gericht op herstel van die eenwording. Kerken, filosofische tradities, beschouwende disciplines spelen in op die oer-impuls en trachten ons richtlijnen aan te reiken om dit doel te bereiken.
(Vbb:) Eén-wording met God, (opgaan in de Heer – “Mijn Vader en ik zijn één.”) zoals in de christelijke kerken gepredikt wordt. Nirwana, of één worden met de Atman, zoal de Hindi ons voorleggen. Eén wording met de Tao, lezen we in Lao-tsu.
Maar wat houdt die eenwording precies in?
Ook daar vinden we in de tradities van de hele wereld gelijkluidende antwoorden.
Naast andere eigenschappen noem ik hier twee punten:
• Geen afgescheidenheid tussen IK en Niet-Ik
• Het bewust ervaren van de eeuwigheid en tijdloosheid van het bestaan cq, de Kosmos
(Vóór Abraham was, ben ik.).
Volgens diegenen die deze staat van bewustzijn gerealiseerd hebben, leven de niet-gerealiseerden, in een staat van onwetendheid. Zij, de gerealiseerden, zeggen ALLEN dat de Werkelijkheid in haar meest pure vorm zich uitsluitend openbaart aan hem die de absolute Eenheid ervaart.
TECHNIEKEN DIE DE MENS OP WEG HELPEN
Sinds mensenheugenis weet de mens dat er technieken bestaan om hem te stimuleren dichter bij die eenheid komen, dichter zijn doel te benaderen. Hoe serieuzer de methodieken zijn die zich daarmee bezighouden, hoe mysterieuzer zij de rationele mens voorkomen. Dat is niet verwonderlijk, immers wij hebben juist door die ratio onszelf vervreemd van die eenheid. Prachtige, uiterst schone en indrukwekkende methoden zijn door de mens ontwikkeld om de ratio de pas af te snijden en om direct toegang te stimuleren tot het doel. Methoden als: meditatie, contemplatie, religie, filosofie, recluse, yoga; noem maar op. Ook inwijdings-rituelen vallen hieronder. Inwijdingen zijn a.h.w. stimulerende middelen die de mens uit zijn ratio moeten halen en hem zo verleiden tot een directe ervaring, een bewuste ervaring van de (gezochte) eenheid.
Het lijkt me evident dat diegenen die riten voor zulke inwijdingen hebben ontworpen, inspiratie hebben geput uit hun eigen wereld, de wereld zoals zij die kenden. Iemand –ook een mogelijk verlichte geest– die een ritueel ontwerpt, is zich bewust dat hij niet verder kan denken dan dat zijn beperkingen toelaten. Beperkingen die vaak gedefinieerd worden door het niveau van (geestelijke, wetenschappelijke en maatschappelijke) ontwikkeling van de cultuur waaruit zo’n figuur is opgestaan. Ik stel me bijvoorbeeld voor dat een verlichte geest als een Jezus of een Boeddha –als kinderen van hun tijd– zich wat verloren zouden voelen als zij plotseling geconfronteerd zouden worden met ónze tijd, en ónze technische wereld. Ik denk dat Jezus, wanneer voor een computer geplaatst, niet zou weten wat hij met dat apparaat moest aanvangen!
Ik stel me dan ook voor dat, indien Jezus in onze tijd had geleefd, hij parabels en metaforen zou hebben gebruikt die zouden refereren naar onze eigen wereld, ons digitale tijdperk. Of naar de wereld van communicatie. Of transport. Of ruimtevaart.
Maar omdat Jezus niét in onze tijd leefde, had hij geen weet van dit soort aangelegenheden en gebruikte hij de in zijn tijd gekende wereld, de hem gekende reflecties van de werkelijkheid om zijn boodschap via zijn werk kenbaar te maken. (Ik zou me bv kunnen voorstelen dat de uitspraak van Jezus: ‘Neem uw bed op en wandel”, in onze tijd zou worden: ‘Pak je sleutel en rijd naar huis’.) Hij zou waarschijnlijk zeer bewust kiezen om beelden uit de hedendaagse wereld te gebruiken, juist omdat mensen dáár zich het meest in thuisvoelen en de metaforische boodschap daarmee een grotere kans krijgt om over te komen en te worden begrepen.
Begrepen worden. Daar gaat het om. Direct of indirect. Op BEwust niveau of op ONbewust niveau. De boodschap moet zo efficiënt mogelijk worden overgebracht. Des te meer kansen zijn er dat de zij wortel zal schieten en vrucht kan gaan dragen.
De laatste decennia heeft de mens(-heid) een hoeveelheid kennis en inzicht verworven waar onze voorvaderen nog niet uit konden putten omdat die kennis toen simpelweg nog niet voorhanden was. Inzichten die ons een grote mate van psychologische duidelijkheid verschaffen van wat het verschijnsel eenheid, heelheid, of het maçonnieke Ken U Zelf, inhoudt. Inzichten in het verschijnsel spiritualiteit, als het zich ontvouwend bewustzijn. Inzichten die wij in onze maçonnieke werkwijze zouden kunnen opnemen, om ons zodoende een extra impuls te geven op de weg naar het bereiken van ons gesteld doel: Ken U Zelf, of, Realiseer de Eenheid.
Laten we een van die nieuw opgedane inzichten die ons in onze zoektocht zouden kunnen helpen, eens van dichterbij bekijken. Ik neem een voorbeeld uit de werkelijk tientallen die recent zijn verschenen. Allen zijn even fascinerend en zij nodigen ons dringend uit om er in te duiken.
Laten we eens kijken naar het pre/trans-probleem, zoals dat voor het eerst in de transpersoonlijke psychologie van Wilber werd beschreven. Als we inzicht in deze psychische eigenschappen van de mens krijgen, zal dat een uitnodiging betekenen om dat inzicht waarachtig te gaan gebruiken als gereedschap in onze (zelf)ontwikkeling om zodoende niet meer in die ondoorzichtige valkuil van vaagheid en onwetendheid te hoeven trappen.
De Pre/Trans-fallacy beschrijft het mechanisme waarbij we een lager niveau van ontwikkeling verwarren met een hoger, of omgekeerd, een hoger niveau verwarren met een lager. Door deze verwarring wordt een werkelijke spirituele groei verstoord. We worden door die verstoring op een zijspoor gerangeerd. Dat is natuurlijk een heftige belemmering op ons pad naar Ken U Zelf.
Zijn baby’s verlicht? Romantische theorieën vertellen dat een kind bij de geboorte in volkomen eenheid verkeert met de goddelijke grond van het bestaan. Dan, wanneer de persoonlijkheid langzaam de macht over neemt, verliest het kind als het ware het contact met die goddelijke grond.
Vanuit dat standpunt is psycho/spirituele ontwikkeling het proces om terug te winnen wat in de kindertijd verloren is geraakt: een terugkeer naar een egoloze heiligheid.
Recente inzichten in Transpersoonlijke Psychologie echter, zien de menselijke ontwikkeling zich veel meer voltrekken als uitdrukking van een evolutionair proces, dat zich ontvouwt van pre-persoonlijke, naar persoonlijke, naar trans-persoonlijke stadia.
Pre-persoonlijk betekent vóór dat de ontwikkeling van het ego of het besef van een persoonlijk ‘IK’ is uitgekristalliseerd. Persoonlijk houdt in dat er een functionerend ego is ontwikkeld. Post-persoonlijk, of transpersoonlijk, betekent dat men het ego en de daaraan gekoppelde zelf-identificatie heeft overstegen, waarbij een grotere transparantie ontstaat om tot hogere graden van realiteitszin te geraken. Al die niveaus zijn evenwel in dezelfde mate ingebed in Spirit; de goddelijke kern, of goddelijke grond. Het verschil ligt in de mate waarin men bewust is van die altijd aanwezige eenheid met de goddelijke grond.
Romantici nu, verwarren het pre-persoonlijke (onbewuste) met het trans-persoonlijke niveau. Geen enkele baby wordt geboren op een transpersoonlijk niveau van bewustzijn. Wij allen beginnen ons leven vanaf het prille begin met een pre-persoonlijk, onbewust en ongedifferentieerd zelf, volledig opgenomen in de materiële, de uroborische wereld. Zelfontwikkeling voltrekt zich niet van Onbewuste Hemel via bewuste Hel, tot Superbewuste Hemel, maar veeleer van onbewuste hel naar bewuste hel naar Superbewuste Hemel. Kort gezegd: evolutie beweegt zich voorwaarts richting heiligheid, niet achteruit richting babytijd.
De valkuil van de Pre/Trans Fallacy ligt dus in het feit dat de gebieden van pre-persoonlijke ontwikkeling niet de beoogde gebieden zijn waar bewust de eenheid ervaren kan worden. Die eenheid is er wel, maar daar is men zich –op dat niveau– niet van bewust. Voor dat bewust beleven moeten we in de transpersoonlijke gebieden vertoeven.
Zo zijn er zo verschrikkelijk veel voorkomende verwarringen in pre/trans die ons het zicht op de evolutionaire voortstuwende beweging belemmeren, Wanneer wij onszelf daarmee opzadelen houden we zo een een rem op onze eigen ontwikkeling in stand.
Maar niet alleen de pre/trans fallacy is een zo’n nieuw inzicht in de wijze hoe onze psyche acteert. Het is niet te doen om ze nu te beschrijven, anders zouden we hier volgende week nog zitten. Ik wil wel een paar modellen, disciplines, ideeën opsommen.
Memetica – Spiral Dynamics – Integrale psychologie – Evolutie-theorieën – NLP – Binaural Sound Patterns, – het AQAL-model – De interdynamiek tussen bewustzijn en cultuur (Gebser).
VRIJMETSELARIJ
Tot zover heb ik het gehad over:
Waar de vrijmetselarij voor dient (ons te fasciliteren in de zoektocht naar eenheid),
Buiten- (Extra–) maçonnieke inzichten die de vrijmetselarij ongebruikt laat, maar die haar bijzonder wel van dienst zouden kunnen zijn als instrument in haar werkwijze.
Alle vrijmetselaren, waarschijnlijk zonder uitzondering, houden van de maçonnieke ritualistiek. Een overgroot gedeelte is ook verknocht aan de traditionele rituelen zoals die vandaag de dag in gebruik zijn. De meesten hiervan willen de traditie beschermen door geen veranderingen toe te laten in deze rituelen.
Dat is wat! Een instituut dat de zoektocht zo hoog in het vaandel heeft, en dat leden er voor kiezen om haar ritualistiek niet zo efficiënt als mogelijk te gebruiken, door geen gebruik te maken (willen maken ?) van nieuwe inzichten. Inzichten die duidelijk een uitdrukking zijn van een vervolgstap in de evolutie van de mens. Het is alsof een lumberjack zijn kettingzaag niet mag gebruiken en in plaats daarvan hem een mes wordt aangereikt om een boom te vellen! Als hij tijd van leven heeft zou het hem misschien kunnen lukken, maar efficiënt is dit natuurlijk niet.
Als wij als metselaren liever een mes hanteren dan een meer efficiënte methode gebruiken, dan kiezen we daarmee dus ook voor een langere, meer onzekere weg om ons doel te bereiken.
Maar. . . Bestaat er dan een mogelijkheid om die nieuwe inzichten te incorporeren in de maçonnieke wereld?
Ik denk beslist dat dit mogelijk is. Zeker ook wanneer wij zien hoe onze voorgangers zich hebben ingezet om rituelen en symbolen te ontwerpen die naar hun inzichten efficiënt en doeltreffend waren. Op maçonnieke basis! Met andere woorden, onze voorgangers hadden een attitude om van de hun aanwezige kennis een vertaling te maken naar bestaande tradities in maçonnieke ritualistiek. Ik zou zelfs willen beweren dat deze activiteiten een intrinsiek en integraal onderdeel vormen van onze traditie!
Waarom, vraag ik mij af, bestaat er tegenwoordig zo’n duidelijke aversie om deze traditie van vernieuwing en aanpassing te continueren? Het leeuwendeel van de huidige maçons, zo is mijn ervaring, wil vasthouden aan de hun bekénde traditionele werkwijze in de hun bekende vorm, via de hun bekende rituelen.
“Die nieuwe inzichten zijn niet des vrijmetselaars,” hoor ik vaak als commentaar.
Maar, vóór dat onze voorgangers hun ideeëngoed tot rituelen vormden waren ook hún gedachten en ideeën nog geen maçonniek gedachtegoed. Wel hanteerden zij als uitgangspunt dat universele waarheden een impliciet deel vormen van onze maçonnieke wereld en dus in de ons zo geliefde rituele handelingen ingepast kunnen worden. Aangepast, tot uitdrukking van onze zoektocht, binnen een maçonnieke traditie.
Om de pre/trans-fallacy als ingang te gebruiken, zou ik me voor kunnen stellen dat er een allegorische driespraak kan worden ontworpen die wordt uitgevoerd door de Achtbare en zijn Opzieners, en die de pre/trans-valkuilen tastbaar maken. Een kandidaat kan daar letterlijk en figuurlijk door middel van attributen ‘intrappen’ en tot een AHA-erlebniss komen. Daarmee wordt hem een inspirerende visie aangereikt waarmee hij voortaan wat bewuster door het leven weet te gaan.
De structuur van de maçonnieke werkwijzen is juist een prachtig voermiddel om de nieuwe inzichten vorm te geven tot typisch, op onze tradities geënte maçonnieke ritualistiek. Ik geloof niet dat er een afbreuk of negatieve aantasting aan de traditionele werkwijze zal ontstaan, als met zorgvuldigheid en inzicht aan zulke vernieuwingen wordt gearbeid.
Integendeel ik ben van mening dat ook onze generatie de opdracht van de vrijmetselarij serieus moet nemen en er alles aan moet doen om te komen tot zelfkennis. Zowel in vorm als in inhoud.
Hier ligt de uitnodiging en de uitdaging!